To Do Or Not To Do

De ‘herinneringen’-app op mijn telefoon is -naast mijn e-mail, WhatsApp en social media- denk ik de meest gebruikte app op mijn telefoon. Die app bevat allerlei taken, oftewel mijn ‘to-do’-lijstje, inclusief datum (en tijdstip) waarop ik vind dat ik de betreffende taak moet doen of liefst gedaan moet hebben. Van boodschappen tot m’n administratie doen en van iemand terugbellen tot een afspraak maken bij de tandarts, de lijst is lekker divers en regelmatig geeft mijn telefoon een seintje dat het weer tijd is voor zo’n taak.

Vorige week lag ik op mijn yogamatje en toen dwaalden mijn gedachten -zoals wel vaker- af naar dat lijstje. “Pfff, ik moet nog zoveel doen! Sufferd, je had weken geleden al de tandarts zullen bellen, ook die administratie ligt al veel te lang! Luilak, regel nou gewoon even dat je die taken afvinkt, zo moeilijk is het niet. Toon nou eens een beetje discipline!” Niet bepaald vriendelijk naar mezelf.

Het woordje ‘moet’ kwam in nagenoeg elke gedachte voor en ik gaf mezelf ervan langs dat ik blijkbaar geen discipline heb. Ik lag op dat matje om te ontspannen na een yogaroutine, maar mijn hoofd had duidelijk andere plannen: “je ligt hier nu toch, ben je inderdaad een luilak zonder discipline?”

Discipline… een woord waar ik altijd een beetje een nare smaak van in mijn mond krijg. Liggend op mijn matje, dacht ik na over wat discipline inhoudt, welke betekenis ik aan dat woord geef. Tijd voor een beetje onderzoek naar dat woord en pak mijn laptop. Lang leve Google, voor ik het weet klik ik van het ene artikel naar het andere en dompel ik me onder in allerlei literatuur over dit onderwerp.

Bij het lezen van een aantal artikelen van Dr. Liad Uziel, psycholoog en professor aan de Universiteit Bar Ilan in Ramat Gan (Israël), vallen er een paar kwartjes bij mij. Volgens hem is discipline (o.a.) nodig om dingen af te maken. Een hoge dosis discipline maakt het leven minder rijk en intens omdat het spontaniteit en lol de das om doet. Discipline is volgens Uziel gedeeltelijk aangeboren en gedeeltelijk aangeleerd. Hoe meer discipline een persoon heeft, des te minder gaat die persoon af op intuïtie en gevoel. Discipline zorgt ervoor dat je de impulsen van je intuïtie en gevoel onderdrukt, wat er op den duur voor kan zorgen dat je jezelf uit het oog verliest. Een hoge dosis discipline gaat vaak gepaard met grote wilskracht, veel doorzettingsvermogen en kan ertoe leiden dat je puur op die wilskracht te lang een functie blijft uitoefenen die niet langer bij je past. Op zijn beurt is dat bij velen een belangrijke oorzaak van een burn-out.

Discipline gepaard met een strakke en vooral lange to-do-lijst is een goed recept voor de automatische piloot. Je gaat van taakje naar taakje zonder teveel na te hoeven denken over het hoe en waarom van die verschillende taakjes. Het is een prima middel om je gevoel en emoties op afstand te houden en zo niet te hoeven stil staan bij de vraag of dat wat je aan het doen bent (nog) wel bij je past en of je er gelukkig van wordt.

Ook mijn burn-out een aantal jaren geleden is voor een deel terug te leiden naar het elke dag opnieuw afvinken van taakjes, het functioneren op de automatische piloot. Zo hoefde ik tenminste niet stil te staan bij het feit dat ik mijn werk(plek) eigenlijk helemaal niet leuk vond. Ik kon mijn ontevredenheid onderdrukken en kon blijven doen alsof alles prima ging en ik het naar mijn zin had.  

Vind ik discipline dan iets slechts, iets ongezonds? Heb ik dan helemaal geen discipline? In tegendeel. Mijn (voor mij gezonde) mate van discipline zorgt ervoor dat ik ook de minder leuke taakjes -of zoals ik het noem: m’n corvee- uitvoer. Mijn burn-out en alle opleidingen en cursussen die ik sindsdien gevolgd heb, hebben me geleerd dat ik -naast die discipline- vooral ook mijn gevoel mag volgen, impulsen mag volgen. Impulsen die overigens vaak leiden tot de meest onverwachte en toffe dingen. Het beste voorbeeld daarvan is mijn eigen coach- en trainingspraktijk. Opgebouwd uit een combinatie van een gezonde dosis discipline, heel veel plezier en het volgen van m’n (soms gekke) impulsen.

Terug naar dat to-do-lijstje. Als ik denk aan dat lijstje, komt het gevoel van moeten weer boven. Het gevoel van die automatische piloot, van een soort slavendrijver. Het is een lijstje wat allerlei negatieve gevoelens oproept.

Liggend op mijn yogamatje, denk ik na of ik dat negatieve gevoel van ‘moeten’ om kan buigen naar iets positiefs. Ik besluit m’n telefoon erbij te pakken en te bekijken wat voor soort taken er allemaal op mijn lijstje staan: zijn het allemaal vervelende taakjes of zitten er ook leuke dingen tussen? Ik kom vooral een boel leuke taken tegen: vriendin X bellen, hotel boeken voor een uitje, website bijwerken, etc. Waarom dan toch dat negatieve gevoel? Het kwartje valt: dat negatieve gevoel is verbonden aan de term ‘to-do’-lijstje. Die term verbind ik aan die ongezonde mate van discipline en wilskracht die leidde tot mijn burn-out. Hoog tijd voor een nieuwe naam voor dat lijstje met overwegend leuke dingen die ik nog wil doen en ‘moet’ regelen, dingen om lol mee te hebben. Ik noem mijn lijstje in het vervolg dan ook mijn ‘to have fun with’-lijstje.

 

De beroemde woorden van Shakespeare luiden natuurlijk “To be or not to be” en ik ben zo vrij geweest daar mijn eigen variant van te maken. To do or not to do: “moet ik wel of moet ik niet”.

    Bronnen:

    • L. Uziel & R. F. Baumeister, The self-control irony. Desire for self-control limits exertion of self-control in demanding settings, Personality and Social psychology Bulletin, 2017;
    • L. Uziel & U. Hefetz, The Selfish Side of Self-Control, European Journal of Personality, 2014;
    • L. Uziel, The intricacies of the pursuit of higher self-control, Current directions in Psychological science, 2018.