Zwemmen met of zonder bandjes?

Het woord ‘mentor’ is afgeleid van de Griekse Mentoor, de oudere raadgever en vriend van Odysseus en opvoeder van diens zoon Telemachos. Volgens Van Dale is de mentor een ervaren begeleider.  Kortom: een mentor is iemand die zijn (levens)ervaring gebruikt om een ander terzijde te staan.

De afgelopen weken heb ik veel (kandidaat-)notarissen mogen interviewen over hun visie op het begrip ‘mentorschap’. Kandidaat-notarissen deelden hun eigen ervaringen met mentorschap: de één is bij de start van zijn of haar loopbaan heel goed begeleid door zowel de notaris(sen) als de medewerkers. De ander is in het diepe gegooid en moest zelf maar leren zwemmen. Ook waren er verhalen van kandidaten die de instructies van de notaris tot de letter moesten opvolgen en het niet moesten wagen te vragen naar het waarom. Hoopgevende én hele pijnlijke verhalen.

Notarissen gaven veelal eerst aan geen ervaring te hebben met mentorschap. Al snel bleek dat zij het over een andere vorm van mentorschap hadden: de wettelijke variant waarbij de mentor (benoemd door de rechter) de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding regelt van iemand die dat zelf niet kan. Niet geheel de vorm van mentorschap waar ik op doelde. Nadat dit misverstand uit de weg geruimd was, kwamen er mooie verhalen over hun eigen visie op en ervaringen met mentorschap. Notarissen die in hun tijd als groentje ook in het diepe gegooid zijn en dat nu heel bewust anders doen. Notarissen die juist de ‘in het diepe gooien’-methode aanhangen.

Waarom ben ik nu bezig met een project rondom dit thema? Ik zie veel jonge kandidaten (en trouwens ook medewerkers) bijna verdrinken als ze nog maar net begonnen zijn met dit mooie vak. Ik heb veel (voormalig) kandidaten gesproken die overwegen uit het vak te stappen of er al uitgestapt zijn door (onder meer) een gebrek aan goede begeleiding. Een gebrek aan begeleiding ontneemt menigeen al snel het plezier in het werk. Dit moet toch anders kunnen?

Voor mij reden om het gesprek aan te gaan met (oud-)vakgenoten. Informatie verzamelen om in kaart te brengen waar behoefte aan is, wat goed gaat en waar verbetering mogelijk is.

De patroon en de notaris

In de advocatuur kent men de figuur van de patroon. In de Verordening op de advocatuur is in artikel 3.13 (o.a.) het volgende bepaald:

“De patroon geeft de stagiaire leiding, voorlichting en raad met betrekking tot de praktijkuitoefening in de ruimste zin van het woord. Hij schenkt daarbij bijzondere aandacht aan de introductie van de stagiaire bij en diens optreden jegens de rechterlijke macht, beroepsgenoten en cliënten. Hij bewaakt de ontwikkeling van de stagiaire op een systematische en structurele wijze.”

Voordat opgetreden mag worden als patroon, dient de betreffende advocaat een cursus speciaal voor patroons te hebben gevolgd. Vervolgens moet de door een advocaat-stagiair beoogd patroon worden goedgekeurd door de Orde van Advocaten. Uit de verhalen die ik ken van bevriende advocaten blijkt dat zij hun patroon echt ervaren hebben als mentor: iemand bij wie ze terecht konden met vragen, die hen wegwijs maakte in het vak en hen de fijne kneepjes leerde. Ook iemand waar ze met andere dan juridische problemen/vragen terecht konden.

In het notariaat is er de Stageverordening, waarvan artikel 1 luidt:

“1. De notaris op wiens kantoor de kandidaat-notaris tijdens zijn stage werkzaam is draagt zorg voor een voldoende begeleiding van diens werkzaamheden tijdens de stage. Is de kandidaat-notaris werkzaam bij een maatschap waarbij meer notarissen werkzaam zijn dan rust deze verplichting op iedere notaris.

2. De notaris geeft de kandidaat-notaris leiding, voorlichting en raad bij zijn functioneren als kandidaat-notaris.

3. De notaris geeft de kandidaat-notaris tijdens de stage de mogelijkheid om zich in alle gebruikelijke notariële werkzaamheden te bekwamen.”

Een vergelijkbare bepaling waarbij de notaris wordt aangewezen als verantwoordelijke voor de opleiding en begeleiding van de kandidaat-notaris. De notaris dient de kandidaat leiding, voorlichting en raad te geven. De notaris wordt hier dus, net als de patroon, aangewezen als mentor. Hoe komt het dan dat zoveel kandidaat-notarissen de ervaring hebben dat er nagenoeg geen begeleiding wordt geboden door de notaris(sen) waar ze voor werken?

Op basis van mijn eigen ervaringen én alle gesprekken die ik hier inmiddels over gevoerd heb, heb ik het idee dat veel notarissen dit niet hoog op hun lange lijst van taken en verantwoordelijkheden hebben geplaatst. Daarnaast is er ook winst te behalen aan de kant van de kandidaat: om hulp durven vragen bijvoorbeeld.

Ondanks de vele gesprekken van de afgelopen maanden, heb ik volgens mij pas het topje van de ijsberg in kaart gebracht. Ik zou daarom heel graag nog veel meer mensen spreken over dit onderwerp. Daarnaast heb ik naar aanleiding van de al gevoerde gesprekken nieuwe vragen.

Dus: ben jij werkzaam als (kandidaat-)notaris, toegevoegd notaris of klerk? Dan ben ik op zoek naar jou! Ik vraag een half uurtje van je tijd om je telefonisch een aantal vragen te stellen over dit onderwerp. Ik ben reuze benieuwd naar jouw visie en ervaringen! Wil je die met me delen?  Stuur me via onderstaande button een mailtje. Ik neem dan contact met je op om een belafspraak te maken.