DISC of CVI: het verschil zit dieper dan je denkt
DISC ken je vast wel. Al is het alleen maar van naam. Het is een veelgebruikte tool in coach- en trainingsland die inzicht geeft in gedragsstijlen. Handig als je handvatten wilt om beter samen te werken of je communicatie te verbeteren.
Maar wat nou als we dieper willen kijken?
Wat als we willen weten waarom twee dezelfde stijlen toch botsen? Of waarom DISC zegt: jij en je collega zijn een topcombi, terwijl het schuurt? Of waarom je elke keer terugdeinst voor een leiderschapsrol, terwijl DISC aangeeft dat je daar juist in zou floreren?
Dan wil je verder kijken dan gedrag. Dan wil je snappen wat er écht speelt. Wat je drijft. Wat je tegenhoudt. Wat je nodig hebt om in beweging te komen.
En dan kom je uit bij de Core Values Index (CVI).
Tijd om in te zoomen op het verschil. Want DISC en CVI lijken misschien op elkaar, maar onder de oppervlakte meten ze iets totaal anders.
Wat meten ze?
DISC en CVI meten verschillende dingen die je op andere manieren helpen om jezelf en anderen beter te begrijpen. DISC is waardevol, en tegelijkertijd zit er in de CVI iets wat verder reikt. Dieper. Dichter bij wie je bent.
DISC meet gedrag. Hoe je je opstelt in situaties. Of je graag de leiding neemt, liever de verbinding zoekt, op de achtergrond blijft of vasthoudt aan structuur. Het kijkt naar gedrag, naar wat anderen kunnen zien.
CVI kijkt niet naar wát je doet, maar waaróm je doet wat je doet: je kernwaarden en waar je energie van krijgt. Het laat zien wat jou van binnenuit drijft en waar je natuurlijke kracht ligt. Het gaat niet om aangeleerd gedrag, maar om jouw diepste, onveranderlijke waardeprofiel. Het kijkt onder de oppervlakte. Dat zie je terug in hoe je werkt, communiceert en keuzes maakt.
Laten we eens verder inzoomen op de verschillen.
Is de uitslag wel of niet te beïnvloeden?
DISC is gevoelig voor context. De vragen in de test gaan over gedrag: wat je zou doen in bepaalde situaties. Dat maakt het makkelijk om — bewust of onbewust — sociaal wenselijke antwoorden te geven. Of antwoorden die passen bij wie je denkt te moeten zijn in je werk. Daardoor is DISC vatbaar voor interpretatie en beïnvloeding.
De CVI werkt anders. Die laat je kiezen tussen waardeparen zonder context. Denk aan paren zoals ‘vertrouwen’ versus ‘gezag’ of ‘respect’ versus ‘erkenning’. Je kiest telkens intuïtief welk woord je het meest aanspreekt, zonder dat daar een situatie of rol aan verbonden is. Je kunt dus niet ‘raden’ wat het goede antwoord is. En er zit geen oordeel in de uitkomsten. Daardoor vul je intuïtiever en eerlijker in en krijg je een profiel dat veel dichter bij je natuurlijke voorkeuren ligt.
Door naar het volgende verschil.
Is de uitslag wel of niet consistent?
Want stel nu dat je de test meerdere keren doet: komt er dan steeds hetzelfde profiel uit?
DISC helpt je te begrijpen hoe je je meestal gedraagt. Met name in teams of wanneer je lekker in je chillzone zit. Kort gezegd: DISC verandert met je omgeving, je werk en je stresslevel. En dat zie je terug in de praktijk. Als je werk verandert, je onder druk staat of je omgeving anders wordt, verandert je gedrag mee. Kortom: DISC-profielen zijn niet consistent. Ze bewegen mee met jouw ontwikkeling, ervaringen en de omstandigheden waarin je je bevindt.
Tijdens een training vertelde iemand dat ze zichzelf altijd zag als geduldig en meegaand. Precies zoals haar DISC-profiel ook liet zien. Maar in een periode met veel deadlines en weinig slaap, werd ze ineens kortaf en ongeduldig in haar team. “Ik herkende mezelf echt niet,” zei ze. Dat merkte ze niet alleen aan de reacties van haar omgeving, maar ook aan hoe ze zich voelde. Haar gedrag liet iets anders zien dan haar profiel.
Bij de CVI werkt dat anders.
Jouw CVI-profiel blijft stabiel, ook onder druk. Het laat zien wie jij in de kern bent. Ook als het spannend wordt. Waar DISC vooral iets zegt over hoe je je opstelt — en dat kan variëren — laat de CVI je zien wat altijd blijft. Dat maakt het profiel niet alleen herkenbaar, maar ook betrouwbaar. Niet alleen op goede dagen, maar ook als het schuurt, piept en kraakt.
Ik zie dat ook terug bij mijn coachees. Waar ze bij DISC vaak zeggen: “O ja, dat is hoe ik me meestal gedraag”, hoor ik bij CVI iets anders. “Dit ben ik gewoon.” Of: “Dit voelt alsof het me beschrijft zonder dat ik iets hoef uit te leggen.” Zelfs als ze net uit een pittige periode komen, blijkt het profiel nog steeds te kloppen. Alsof het hen weer herinnert aan wie ze écht zijn.
Één keer invullen en je weet waar je op kunt bouwen.
En de CVI biedt meer: het helpt je groeien op de lange termijn. Het geeft richting. Laat zien waar je op je best bent. En hoe jij écht impact maakt. Zo kun je keuzes maken die niet alleen aan de oppervlakte, maar ook in de kern passen bij wie je bent. Ook in stressvolle situaties.
CVI zegt: dit ben jij in je kern en zo maak jij impact in de wereld. En als een profiel zó klopt, dan is de volgende logische vraag: hoe betrouwbaar is de uitslag eigenlijk?
Repeat Reliability Score
Voor we iets kunnen zeggen over de betrouwbaarheid van DISC en de CVI, ga ik je eerst even uitleggen wat de repeat reliability score is.
De repeat reliability score — of herhaalbetrouwbaarheid — geeft aan hoe stabiel een testresultaat is als iemand de test op een later moment opnieuw invult. Met andere woorden: komt er dan weer hetzelfde profiel uit of krijg je iets heel anders? Hoe hoger de score, hoe consistenter het resultaat. Los van je gemoedstoestand, je werkomgeving of de fase waarin je zit. Een hoge score betekent dus: dit zegt echt iets over jou en niet alleen over het moment waarop en de gemoedstoestand waarin je de test invulde.
De repeat reliability score van DISC-tests ligt gemiddeld tussen de 60 en 80%. De uitslag is afhankelijk van zaken als context, timing, interpretatie en stressniveau. Uit onderzoek blijkt dat bij vier van de tien mensen de uitslag aanzienlijk anders is wanneer ze de test op een ander moment of in een andere rol invullen.
De CVI heeft een repeat reliability score van 97%. Dit betekent dat het profiel bij 9,7 van de tien mensen hetzelfde is, ook als de test jaren later opnieuw ingevuld wordt. Of je nou junior of senior bent. En of je nou wel of niet in je chillzone zit.
Heldere keuze
Hoog tijd om het nog één keer helder naast elkaar te zetten. Wat meten DISC en CVI nu precies? Hoe betrouwbaar zijn ze? En wat blijft overeind als je omgeving verandert of je onder druk staat?
Ik maakte een overzicht:

Je begrijpt: mijn keuze was gemaakt. Het werd de CVI.
En: er was nog een laatste check nodig. Ik plaats namelijk niets in mijn toolbox zonder het eerst zelf te ervaren. Kan ik het verschil tussen DISC en de CVI in mijn eigen dagelijkse praktijk herkennen?
In de praktijk – de laatste check
Wat wordt gemeten
In 2016 maakte ik kennis met DISC en deed ik de test. De uitslag: ik ben SCI, de ‘Advocaat’. Dat staat voor Stabiliteit, Conformisme en Invloed: een profiel dat zich inzet voor zorgvuldigheid, betrouwbaarheid en harmonie. Belangrijke waarden die gaan over mijn gedrag. Niet over het waarom.
Dat merkte ik in de praktijk. Als kandidaat-notaris moest ik regelmatig een lastige boodschap overbrengen aan cliënten of collega’s, bijvoorbeeld wanneer iets juridisch niet haalbaar bleek of als ik ergens stevig op moest terugkomen. DISC gaf me taal voor mijn gedrag: zorgvuldig, betrouwbaar, gericht op harmonie: check. Maar zodra het spannend werd, draaide ik eromheen of stelde ik uit.
Pas toen ik in 2018 de CVI deed, viel het kwartje. Volgens de CVI ben ik een Verbinder (24) / Innovator (21). Ik word gedreven door echte verbinding met mensen en het zoeken naar creatieve oplossingen. Mijn energie haal ik uit samenwerken, nieuwe ideeën ontwikkelen en betekenisvolle relaties bouwen. Dat is wie ik ben. In alles wat ik doe. Als Verbinder/Innovator wil ik iets bijdragen dat klopt en verbindt. En een boodschap brengen puur ‘omdat het moet’? Dat druist daartegenin. Sinds ik dat weet, pak ik zulke situaties anders aan. Ik zoek eerst contact, leg verbinding. En breng pas dan mijn punt. Het kost me minder moeite én het zorgt voor meer onderling begrip, juist omdat het past bij mijn natuurlijke stijl van communiceren en werken.
Is de uitslag veranderlijk?
In 2016 was de uitslag volgens DISC dus SCI. Onlangs vulde ik de test opnieuw in. De uitslag? DSI: Dominantie, Stabiliteit en Invloed. Deze combinatie zegt iets over mijn neiging om daadkrachtig en gestructureerd te werk te gaan, met aandacht voor samenwerking. Een behoorlijk ander profiel met een dominante en directe stijl, in plaats van de zorgvuldige, verbindende benadering die eerder naar voren kwam. En eentje waar ik mezelf maar deels in herken. Want ja, ik kan zeker doortastend zijn: ik pak dingen graag aan en breng beweging op gang. Maar dat is niet de manier waarop ik het liefste werk. En het is zeker niet wat mij van binnenuit drijft — zoals mijn CVI-profiel laat zien. Waar DISC hier stuurt op daadkracht en richting, zoekt mijn natuurlijke voorkeur als Verbinder/Innovator juist naar verbinding, creativiteit en afstemming.
Volgens de CVI ben ik zeven jaar later nog steeds die Verbinder/Innovator. Verbinder 25, Innovator 21. Slechts één puntje verschil met 2018, toen Verbinder 24 aangaf. Een puntje wat nu afgesnoept is van de Borger. En dat klopt precies. De kern is gebleven. Het profiel voelt nog steeds als een directe weergave van wie ik ben. Niet van wat ik doe, maar van wat mij drijft. Geen verrassing, gezien die hoge repeat reliability score, toch fijn om bevestigd te zien.
Is de test beïnvloedbaar?
Ik weet nog dat ik bij de DISC-test geneigd was te antwoorden vanuit mijn rol. Wat er van me verwacht werd. Hoe ik me hoorde te gedragen. Niet omdat ik mezelf iets wilde aanpraten, maar omdat de context nu eenmaal meespeelt. DISC maakt het makkelijk om vanuit ‘je rol’ in te vullen. CVI niet. Daar krijg je woorden voorgelegd waar je intuïtief tussen moet kiezen. Geen goed of fout. Geen rol, geen context. En daardoor: geen ruimte voor sociaal wenselijke antwoorden.
Kortom: met deze laatste check kwam de CVI definitief in mijn toolbox terecht. DISC is een waardevolle tool. Maar wie ik écht ben, wat mij in beweging zet en waar ik op mag bouwen? Dat laat de CVI mij zien.
En daarbovenop komt dit…
En ik ontdekte nog iets anders aan de CVI. Iets wat me liet zien waarom ik soms leegloop op iets waar ik eigenlijk best goed in ben.
Je kunt ergens goed in zijn, maar er weinig tot geen energie van krijgen. Toen ik dit ontdekte, vond ik dat confronterend. Het is toch logisch dat je energie krijgt van iets waar je goed in bent? En iedereen kan dan wel zeggen: “je bent er zo goed in!”, maar dat helpt niks. Applaus geeft me hier geen energie.
Ik ben daar zelf een goed voorbeeld van. Zo krijg ik bijvoorbeeld vaak de taak om iets strak te organiseren. Daar ben ik goed in en ik vind het ook tof. En toch: na afloop ben ik een stuk moeier dan daarvoor. Dat komt omdat ik weinig Borger in me heb. De Borger is het CVI-type dat houdt van orde, overzicht en resultaat. Structuur past me wel, maar voedt me niet.
En dát is precies wat de CVI zo mooi zichtbaar maakt. Er blijkt namelijk een verschil te zijn tussen:
- wat we leuk vinden,
- waar we goed in zijn; en
- waar we energie van krijgen.
Uit het zelfonderzoek dat mijn coachees en ik deden naar onze bezigheden en energiebalans blijkt dat weinig van onze bezigheden alle drie deze labels krijgen. DISC zou hier stoppen bij: ‘je bent er goed in’ — maar de CVI kijkt verder. De CVI helpt je die verschillen te zien en te kiezen voor werk en rollen die je echt energie geven. Denk hierbij aan andere taken, teamrollen of keuzes in je loopbaan.
En regelmatig komen die drie — leuk vinden, ergens goed in zijn én er energie van krijgen — wél samen. Bijvoorbeeld bij die ene vriendin die zó veel ideeën heeft dat ze niet weet waar ze moet beginnen. Ze roept dan, letterlijk met haar handen in haar haar: “Ik weet het gewoon even niet meer!” In dit soort situaties kan ik precies doen waar ik goed in ben én wat me energie geeft: prioriteren, structureren, ordenen. Maar dan wel op een manier die past bij de ander. Dus niet: ‘gewoon even een planning maken’, maar kijken: wat past bij degene die mijn hulp vraagt? Hoe zorg ik ervoor dat het precies past bij de persoon én de situatie waarin hij of zij zich bevindt?
Dit doet me weer denken aan een notaris waar ik regelmatig sparringpartner voor ben. Ik krijg dan een appje: “Kun jij even met me meekijken? Ik wil mijn to-do’s helder krijgen, maar m’n hoofd zit te vol.” Natuurlijk wil ik dat (Verbinder hé 😉). Dus zetten we samen haar gedachtenlijn uit, ordenen de dossiers die aandacht vragen en creëren een heldere prioriteitenstructuur die ze ook een volgende keer kan gebruiken. “Zo fijn dit, dank je wel!”
Wat maakt dit soort momenten nu zó fijn om te doen?
In deze situaties kan ik als Innovator mijn hart ophalen met creatieve oplossingen én als Verbinder hum ik ook tevreden, want ik heb maatwerk kunnen leveren.
En vraag je je nu af of ik na zo’n gesprek nog energie heb? Zeker wel. Haha, zelfs meer dan toen ik eraan begon. Zo tof om te doen!
Vind ik dit leuk? Check. Ben ik er goed in? Check. Krijg ik er energie van? Check.
Wat klopt voor jou?
Lees je dit en vraag je je af hoe dit voor jou zou zijn?
Kijk dan eens naar je eigen werk en leven: waar ben ik goed in? Wat vind ik leuk? En waar krijg ik energie van?
Soms hebben deze drie vragen hetzelfde antwoord. Zoals in het voorbeeld dat ik je net gaf over dat sparren en structureren. En… soms niet. Dan doe je iets waar je goed in bent, wat je op zich leuk vindt, maar waar je tóch op leegloopt. En dat wringt.
Handen en voeten
Stel nu dat je geen of weinig taken vindt waar je op alle drie een ‘ja’ scoort. Wat dan? Moet je dan maar een andere baan gaan zoeken? Een nieuwe opleiding volgen? Of… een heel ander vak kiezen dat beter past bij wie je bent?
Het goede nieuws: nee, dat hoeft niet. Hoogstwaarschijnlijk hoef je helemaal geen grote stap te zetten, maar kun je binnen je huidige rol kleine aanpassingen doen die beter aansluiten bij jouw kernwaarden en energie. De kunst is: de dingen die je energie kosten afwisselen met de dingen die je energie geven. En dan nét iets vaker kiezen voor dat laatste.
Wanneer je aan de slag gaat met jouw persoonlijke CVI-profiel, ga je op zoek naar het voor jou perfect passende takenpakket. Wat kun je delegeren, waar kun je met een collega wisselen van taak en welke taak heb je niet, maar zou volgens je profiel perfect bij je passen?
Op deze manier geven we jouw persoonlijke profiel handen en voeten.
Hoe nu verder?
Denk je nu: ik wil meer weten of wat kan ik doen?
Goed nieuws: er zijn verschillende manieren om aan de slag te gaan met jouw CVI-profiel.
Wil je één-op-één sparren over jouw CVI-profiel en hoe je dit toepast in je werk, team of leiderschap? Dan is persoonlijke begeleiding iets voor jou. We gaan samen op zoek naar wat jou van binnenuit drijft en hoe je keuzes maakt die écht bij je passen.
Liever zelfstandig aan de slag, in je eigen tijd en tempo? Daarvoor ontwikkelde ik de online Ontspannen Meesterschap Academie een plek waar je leert hoe je jouw profiel vertaalt naar de praktijk. Bijvoorbeeld hoe je als Verbinder omgaat met stress, of hoe je keuzes maakt die kloppen bij je natuurlijke energie. Geen voorkennis nodig. Iedereen is welkom.
CVI: een toffe volgende (en verdiepende😉) stap in je persoonlijke ontwikkeling.